Naar aanleiding van de pro-Palestijnse demonstratie op woensdag 3 april

Hieronder volgt een korte tekst die Paul Verbraeken schreef naar aanleiding van de pro-Palestijnse demonstratie op woensdag 3 april.

Aan wie het aanbelangt.

Mevrouw de burgemeester,

Ik wend mij tot u, niet alleen omdat u hoofd van de Antwerpse politie bent, maar ook omdat ik u even eigenmachtig tot pars pro toto aanstel van alle politici, en met name de fractieleiders van de partijen, die deel uitmaken van de meerderheid. Dat bespaart mij een lange lijst namen.

Ik was aanwezig op de pro-Palestijnse manifestatie die gisteren plaats vond in onze stad en die, zoals iedereen via de media uitgebreid heeft kunnen horen, zien en lezen, "uit de hand gelopen is". Ik heb gezien dat de manifestanten gedurende méér dan een uur door twee politiecordons geblokkeerd werden op de ongeveer 200 meter die de Leysstraat lang is. Ik heb gezien dat tijdens dat uur de winkels aan beide zijden van de straat ongemoeid gelaten werden. Ik heb gezien dat de ordedienst van de organisatoren op dat ogenblik de zaak volledig onder controle had. Ik heb ook gezien dat de gemoederen bij de overwegend Marokkaanse jongeren verhit waren. Ik vind dat niet geheel onbegrijpelijk in het licht van de tragische gebeurtenissen.

Maar wie ik niet gezien heb was uzelf evenmin als een andere verantwoordelijke politicus/politica. De manifestatie was aangekondigd, al dan niet officieel aangevraagd, dat laat ik nu in het midden, en niet toegelaten. Het verbieden van zo'n demonstratie is uw bevoegdheid. U verklaarde in een vraaggesprek op de televisie dat u het niet opportuun acht dat in de huidige omstandigheden demonstraties worden gehouden. Dat is een politieke uitspraak die de rechtsgrond voor het al dan niet verlenen van een toelating tot betogen overschrijdt. U verklaarde ook dat u dat niet opportuun achtte omdat, en ik citeer "de incidenten in het Midden-Oosten niet naar Antwerpen mogen geëxporteerd worden". Dat u het drama dat zich momenteel in Palestina afspeelt als "incidenten" omschrijft, lijkt mij een understatement dat enig inzicht verschaft in uw inschattingsvermogen.

Misschien is dat ook de verklaring voor het feit dat u het als politiek verantwoordelijke persoon in een stad waar tienduizenden Joodse en Arabische mensen wonen, niet nodig achtte om bij die manifestatie aanwezig te zijn en in overleg met de organisatoren het woord te richten tot de aanwezigen. U had hen kunnen uitleggen dat de wet voor iedereen gelijk is en een niet toegelaten betoging dan ook niet kan doorgaan. U had uw wens tot vreedzaam samenleven in Antwerpen kunnen uiten. U had hen kunnen zeggen dat u enig begrip kon opbrengen voor hun machteloze woede. U had hen kunnen tonen dat u hen door uw aanwezigheid als volwaardige medeburgers beschouwde. Misschien had een dergelijk optreden de incidenten kunnen voorkomen. Misschien. Wat nu gebeurd is, was volgens mij de minst goede oplossing: eerst de mensen zonder enige uitleg en zonder een woord van begrip een uur opgesloten houden op een kleine oppervlakte en ze daarna zonder meer laten gaan. Is dat niet om moeilijkheden vragen? Ik heb begrepen dat er tussen het stadsbestuur en de "verschillende gemeenschappen" overleg gebeurt aan de top. Dit was een deel van de basis, en niet het gemakkelijkste deel. Maar het waren geen "terroristen" die zich in de Leysstraat bevonden.

Kortom, ik vind de oorverdovende afwezigheid van uzelf en uw collega's een daad van schuldig politiek verzuim.

Hoogachtend,

Paul Verbraeken
Charta 91