Nieuwsbrief 17


maart 1997

Plaats maken voor de samenleving
Gaat de Nieuwe Politieke Cultuur ook tot op het bot?
Vitrolles is niet zo ver van ons bed
De nieuwe politieke cultuur binnen de krijtlijnen
Van Witte Mars tot Witte beweging
Een netwerk van Witte Comité´s:
Rol en taak van een netwerk van witte comités
Nieuwe sociale bewegingen
Centrum voor politieke vernieuwing & triangel
Dat we het nog ver mogen brengen
Het Cordon Sanitaire in het oog houden
Geheugensteuntje

Download

Top

Plaats maken voor de samenleving

We leven in een gemobiliseerde samenleving, zegt Mark Elchardus. De maat schappelijke ombouw is zo diepgaand dat bijna alle maatschappelijke structuren daarbij in vraag worden gesteld. Niemand kan precies de nieuwe orde voorspellen, ook al dromen sommigen daarbij van de oude Nieuwe Orde. Een andere tijdsstructuur is in de maak, een andere schaal voor de politiek, een andere organisatie van de arbeid, andere zingevingen voor het leven... een andere toekomst wordt gevormd. Een echte tijd voor discussie over keuzen, over mogelijke werelden, over maatschappelijke projecten. En precies op dat vlak blijft het windstil, zie je een inspiratieloze spektakelmaatschappij, een door de commercie verstikte economische logica.

Aan de goodwill van de mensen zal het niet liggen. De Witte Mars was nog eens een hoogtepunt van maatschappelijke betrokkenheid, van een bereidheid tot solidariteit, van een hoop op een nieuwe toekomst. Het was een moment waarop duizenden mensen voor het eerst een politieke daad stelden, gedreven door de afschuw van de misdaad, maar ook door de ongepaste reactie van een verstard juridisch apparaat. Maar er waren ook duizenden mensen die geregeld maatschappelijk actief zijn, rond andere thema´s, in basisgroepen, in de nieuwe sociale bewegingen. Het is van daaruit dat de Witte Beweging is gestart in het verzet tegen het spaghettiarrest en is gegroeid uit de stijgende verbijstering over zoveel onkunde, onwil en eigenbelang in de instellingen.

Ze werden ´nieuwe burgers´ genoemd. Niet zozeer omdat de gemobiliseerde mensen zo anders zouden zijn. Wel omdat de overheid, de politiek, het ´middenveld´ er niet zo goed mee overweg kon. Maar dat zegt meer over de vervreemding van de instellingen, dan over het nieuwe bij de burgers. Als de zaak Dutroux één ding heeft duidelijk gemaakt, dan is het wel dat de staatsinstellingen en de verschillende overheden elk hun eigen weg zijn gegaan, los van en soms tegen de bevolking in, gedreven door een systeemlogica die van het leven is vervreemd. Daarom is het ook zo moeilijk voor de politici om deze beweging te recupereren, omdat de democratie al lang niet meer met een actieve bevolking rekening houdt. Daarom is het even moeilijk voor de ´nieuwe burgers´ om actief te blijven, omdat ze een nieuw middenveld moeten creëren, onafhankelijk en steunend op eigen kracht, maar gericht naar nieuwe gesprekspartners in de politiek die zich zo schaars aandienen.

Die vervreemding van de instellingen van het reële leven toonde zich in alle hevigheid op het sociale veld. Europees commissaris Van Miert beheert de eengemaakte markt en daarin is geen plaats voor een staalbedrijf in Clabecq. Een gehele streek wordt zonder inkomen gezet, 10.000 mensen worden slachtoffer. In Vilvoorde worden 3100 Renault-arbeiders zonder pardon op straat gezet. Gezinnen en sociaal-economische impact meegeteld, worden 15.000 mensen rechtstreeks getroffen. De beursspeculanten betalen op slag 13,8% meer voor een Renault-aandeel. Iedereen is geschokt door zoveel brutaliteit, maar de overheid staat machteloos, want de economie is een privé-aangelegenheid en wordt niet gerekend tot de democratische bevoegdheden...

Wie vandaag nog denkt dat een menswaardige toekomst aan het eind van de tunnel ligt, is tijdens de 15 liberale jaren van mondialisering, deregulering, flexibilisering en bezuinigingen, blind en doof geworden. Hoog tijd voor een vernieuwde maatschappelijke discussie, voor sociale prioriteiten en voor meer democratie.

Top

Gaat de Nieuwe Politieke Cultuur ook tot op het bot?

ERIC CORIJN

De Belgische crisis diept zich verder uit. Het parlement, dat het beleid aan een volmachtenregering overdroeg, speelt intussen detective in de onderzoekscommissies ´Dutroux´, ´Rwanda´, ´de Bende... De courante opvatting over de politiek , die voortdurend als ´anti-politiek´ werd afgedaan, blijkt (meer dan) waar te zijn. In omzeggens alle instellingen huizen corruptie, intrige en machtsspelletjes. Bij elke onthulling, valt het steeds moeilijker te geloven dat het gaat om ´uitzonderingen´, ´rotte appels´ of ´overblijfsels uit het verleden´. Waarom komt de volledige waarheid zo moeilijk boven water? Wie saboteert het onderzoek in de Dutroux-zaak? Wat heeft de CVP (en de kerk? en het hof?) te verbergen in Rwanda? Waarom werd in het Bende-onderzoek de piste naar extreem-rechts en de rijkswacht afgeschermd? Worden de verantwoordelijken aangewezen of blijft alleen Connerotte gesanctioneerd? Hoeveel politici en andere mandatarissen zwijgen vandaag nog over zaken die morgen een schandaal zijn?

Neen, het gaat niet om marginale toevalligheden. De disfunctionering, de schandalen en de corruptie kunnen niet alleen worden toegeschreven aan de persoonlijkheid van de individuele politicus of ambtenaar. Er is iets structureels aan de hand. Het wordt dus tijd dat er ook over diagnoses kan worden gediscussieerd, want daarin liggen de criteria besloten om de voorgestelde ´oplossingen´ of ´vernieuwingen´ te beoordelen.

Het zichtbare deel van de crisis is de verbrokkeling van een machtssysteem waarin elkeen zich op zijn kavel ongenaakbaar expert voelde, waarin de professionelen - politici, rechters en journalisten alike -minachtend over de basis, de kiezers of de klanten regeren. Rechtstreekse druk of controle, en bovenal discussie, werd vervangen door succes in de media en dienstbaarheid aan de achterban. Verkiezingen werden daardoor steeds duurdere marketingoperaties, waarin ideeën en programma´s werden vervangen door slogans en geretoucheerde portretten. Politiek is commercie, en daardoor zijn politici omkoopbaar en zeer kwetsbaar geworden. Daardoor zijn ze gevoeliger geworden aan geld dan aan meningen in het volk. En dat geld was ook beschikbaar!

Dat is de andere kant van de medaille, die zelden wordt belicht. Als de SP en de PS smeergeld hebben gekregen, als de CVP en de PSC en de VLD verleidingsgiften hebben geboekt, dan is dat toch van een bedrijfswereld - Agusta, Dassault, of andere obussen-of milieuboxfabrikanten - die miljoenen in hun kosten voorzien om politici te ´beïnvloeden´. En evenmin als bij de politici, gaat het hier om uitzonderingen of rotte appels. Illegale praktijken behoren tot het ´normale´ functioneren van deze markteconomie.noot1

De mondialisering en de deregulering van de wereldeconomie heeft de georganiseerde misdaad nog meer op de voorgrond gebracht. De kleine criminaliteit wordt uitgebreid belicht en politiek ge- en misbruikt. De economische en politieke macht van de grote illegale netwerken blijft echter in de schaduw. Volgens de UNO is de internationaal georganiseerde criminaliteit jaarlijks goed voor zo´n 1000 miljard dollar. Dan hebben ze het over drugstrafiek, wapenhandel, smokkel in nucleair materiaal en andere maffia-zaken in de prostitutie, deviezenhandel of gokwereld. De crisis in landbouw en industrie van vele onderontwikkelde landen, verstikt in de openbare schuld en de politiek van de wereldbank, stuwt ze overigens naar de illegale drugs-productie: coca in Bolivië, hasj in Marokko, opium in de Oekraïne... Bedenk daarbij dat er zo´n 3000 miljard dollar privé-kapitaal vanuit de 55 belastingsparadijzen wordt gestuurd.noot2 En al dat geld wordt witgewassen en mooi gerecycleerd. Zo´n 20% van het wereldproduct wordt dus met ´zwart´ geld geregeld! Dat geld wordt in de normale economie gepompt, neemt de controle van belangrijke economische sectoren, is vitaal voor een aantal bankverrichtingen. Kortom, de georganiseerde corruptie en het illegale geld bepalen voor een belangrijk en groeiend deel de condities voor een moordende concurrentie op wereldvlak.noot3 In die neo-liberale wereld neemt de sociale ongelijkheid steeds toe. Slechts 500 miljoen mensen op de 5 miljard leiden een decent leven. De 358 rijkste mensen hebben samen meer dan de 45% armsten (2,6 miljard mensen)noot4...! Dat is de wet van de concurrentiecapaciteit, door sommigen zo sterk bejubeld.

Mondialisering, deregulering en privatisering hebben de macht van de politieke overheid verzwakt. De overheidsinstellingen worden kwetsbaarder en dus ook makkelijker geïnfiltreerd. Zwart geld, misdaad en omkoping op grote schaal leiden naar chantage en dus naar seksfuiven. Op die manier is er een markt voor mensenhandel en kinderverkrachters. Die zal niet met een nieuwe conservatieve moraal worden bestreden! De geldeconomie houdt zowel de heersende moraal, als de ondernemingen en de politiek in haar greep omdat ze haar macht legitimeert vanuit een winstethiek.

Maar tot op dat bot wordt niet gegaan. "La, on ne nous laisse pas faire!" Een discussie over de maatschappij waarin wij leven staat niet op de agenda van de media en van de technocraten, die dossier per dossier, schandaal per schandaal aanpakken. Aanpakken, daarom nog niet oplossen. Zal het raadsel van de Bende van Nijvel, dat steeds meer stinkt naar uiterst-rechts in de rijkswacht, ooit opgelost worden? Zullen we de moordenaars van Karel Van Noppem en de bazen van de hormonenmaffia kennen? Hoe ver staat het met het onderzoek naar de verspilde miljarden overheidsgeld in KS? Waarom hebben de jarenlange Van Rossem- processen niet een van de (zwart) geldschieters van de speculant aangewezen? Zal de belastingsfraude van de banken echt worden aangepakt: 24 banken die tot 1990 via het forfaitair buitenlands belastingskrediet fraudeerden; 27 miljard en 300 bedrijven die in de KB-Lux-affaire zitten; de zaak van het ontduiken van de taks op de beurs-operaties...of opteert men voor een verdere afzwakking van de fiscale diensten? Of zullen ook deze onderzoeksverslagen het lot van dat van de eerste bendecommissie of dat van de Gladiocommissie ondergaan?

Dat die werking van de politiek niet erg populair is, werd nu toch wel genoeg duidelijk. De Witte Mars van 300.000 mensen voorafgegaan door stakingen en betogingen in scholen en fabrieken, gevolgd door een Veelkleurige mars van 60.000 mensen in Clabecq, gevolgd door wekelijkse kleine witte marsen, gevolgd door de oprichting van tientallen Witte Comités, gevolgd door de strijd tegen de sluiting van Renault in Vilvoorde, gevolgd door de voorbereiding van een Witte Staten-Generaal in het najaar, gevolgd door... Het blijft toch signalen van de burger regenen. In verscheidene werkgroepen en netwerken, de een al wat meer dan de ander gesteund door de pers en het establishment, wordt gezocht naar politieke alternatieven. De meeste initatieven blijven nog steeds gekenmerkt door onafhankelijkheid, zowel van de partijen als van de instellingen. Die mobilisatie van de civiele maatschappij is uitzonderlijk en kan bijdragen tot het uitdiepen van de democratie. Dat elan mag niet worden ontgoocheld, willen we niet een stap dichter zetten naar Zuid-Franse scenario´s. Daartoe moet echter een gunstige politieke uitweg worden gezocht en dat ligt niet voor de hand. De discussie over zulk een perspectief, waarin de zelfstandige werking van de burgers niet wordt gerecupereerd voor partijpolitieke of institutionele doeleinden, maar waarin het burgerinitiatief wel met goed gevolg de politieke agenda kan halen, die discussie is nog niet van de grond gekomen. En dat zal vooral moeten gebeuren buiten de bestaande structuren om. Zowel politici als media lijken zich niet te kunnen losmaken van hun machtspositie en hun routines, en dat is precies een deel van het probleem van de verstarde democratie.

Het vertoon dat wordt opgevoerd rond de Nieuwe Politieke Cultuur stemt toch niet erg vrolijk. Teveel navelstaarderij en te weinig aandacht voor samenlevingsproblemen! Een echte NPC vraagt om een hernieuwde politieke discussie over het samenlevingsmodel dat wordt voorgesteld. Ze vraagt naar het durven uitdiepen en durven volhouden van het debat (ook als een ´Ervaren Gids´ het zwijgen oplegt!). Twee discussiepunten lijken ons voor de verdediging van de democratie, het behoud van de rechtsstaat en de uitbouw van een sociale rechtvaardigheid vitaal. Ze staan vandaag (nog) niet op de politieke agenda en velen willen dat ook kost wat kost zo houden.

  1. Alle analyses convergeren op het punt van de band tussen de groei van de georganiseerde misdaad, de deregulering van staat en markt, de groeiende sociale ongelijkheid en de ongecontroleerde macht van het financiekapitaal. Elke discussie over de verdediging van een welvaartstaat, over een sociaal Europa, over verdediging van rechtsregels is pure cinema als men weigert het vrij verkeer van kapitaal te reguleren, doorzichtig te maken en te belasten. Een kadaster van en een belasting op het vermogen, doorzichtigheid van geldverkeer, een belasting op de transacties, een doortastend optreden tegen fraude, kortom, een nieuwe fiscaliteit... dergelijke maatregelen worden zelfs niet besproken. Dat is een échte doofpot. Die problemen aanpakken is niet alleen noodzakelijk om de corruptie en de maffia´s te dwarsbomen en het staats- en juridisch apparaat te zuiveren. Ze leveren bovendien geld op om de loodzware staatsschuld echt aan te pakken en om een sociaal beleid te ontwikkelen waarin echt wordt gezocht naar werkgelegenheid. Door de investeerders aan duidelijke afspraken te houden, door arbeidstijdverkorting en arbeidsherverdeling, door - vooral de collectieve - vraag te stimuleren, door te investeren in sociale taken,... Want, ook dat is gekend, arbeid blijft het belangrijkste sociale bindmiddel en de massale werkloosheid is de belangrijkste bron van onzekerheid, dualisering, sociale afbraak en van extreem-rechtse groei. Een nieuwe politieke cultuur zonder maatschappelijk project is wind. Nieuwe hoop is nodig in de strijd tegen onveiligheid en onzekerheid en dat is geen kwestie van een betere communicatie met de burger, maar van een grondig bijsturen van het beleid.noot5
  2. Het is ook opvallend hoe de politici hun nieuwe politieke cultuur als een intern probleem binnenskamers discussiëren. Een andere deontologie voor de beroepspolitici, een herorganisatie van de partijen, een nieuw evenwicht binnen de instellingen, daarover gaat het. Een vernieuwde band met de burger lijkt niet tot de prioriteiten te behoren. Nochtans is dat de laatste vijfjaar expliciet aan de orde. De representatieve democratie is geëvolueerd naar een plaatsvervangende democratie, terwijl er integendeel nood is aan een participatiedemocratie. De instellingen werken gesloten, blijven ondoorzichtig, gedomineerd door enkele machtscentra, voorbehouden aan exporten en professionelen, met partijen die slechte mediërende structuren zijn... De werking van de democratie is onaangepast aan de ´nieuwe´ burger. Die is beter geschoold en geïnformeerd dan voorheen. Die blijft wel maatschappelijk actief, maar is minder te vatten in één ideologie, één zuil, één partij... Nochtans blijven de drie traditionele families met hun zuilen de instellingen domineren. Na de CVP-staat, na l´Etat-PS, zal ook de partij-staat in verval geraken. Een discussie over de instellingen dringt zich op. Referenda en petities benaderen de burger als een kiezer, als individu. Maar het probleem ligt in de niet-vertegenwoordiging van bepaalde maatschappelijke, zij het tijdelijke, stromingen. Een flexibele projecten-partij .waaraan het Centrum voor Politieke Vernieuwing denkt, biedt ook geen oplossing, zolang er geen discussie komt over open en toegankelijke instellingen. Democratie en rechtstaat kunnen en mogen niet meer gedacht worden als van de samenleving afgescheiden professionele apparaten. Ontsluit de instellingen! Daartoe moeten publieke fora, waar burgers en mandatarissen dwingend en rechtstreeks met elkaar in gesprek kunnen komen, invloed hebben op de politieke agenda. De neergang van het traditionele middenveld en de mediatisering en commercialisering van de politiek hebben de democratie uitgehold. Een nieuw democratisch functioneren vereist het herstel van het maatschappelijk debat ( en dat is niet een paneldiscussie in de Zevende Dag!). En dat herstel vereist de invoering van open en voor iedereen toegankelijke bruggen tussen civiele maatschappij en staatsinstellingen.

Het is hoog tijd voor een echte brede maatschappelijke discussie over de toekomst in de Europese context van morgen. Een status quo is onhoudbaar: ofwel komt er meer democratie ofwel minder, ofwel komt er meer sociale gelijkheid ofwel minder, ofwel komt er meer culturele vrijheid ofwel minder...Het centrum-discours kan de koers niet houden. Na vijftien jaar is de balans van de regelaars en de loodgieters duidelijk, de ´nieuwe wereldorde´ is een chaos, het ´discours unique´ is gediscrediteerd.

Wie zijn de politici die de Witte beweging (en verwante initiatieven) echt au sérieux nemen en met haar willen optrekken? Zij moeten de bestaande institutionele agenda´s, gericht op recuperatie, status quo en partijdiscipline durven contesteren. De bestaande orde biedt geen verweer tegen de verglijding. Dat heeft het schandaal Renault nogmaals aangetoond. Het is te laat de put gedempt als... Werk maken van een radicaal democratisch en sociaal alternatief kan niet in continuïteit met het huidige beleid, dat is de centrale les van het Coppieters-Sienjaal. Het tij keren vereist dat ook in de nieuwe politieke cultuur tot op het bot wordt gegaan. Tenzij men het bruin ´alternatief-beter vindt.


Noot1: Het is opvallend hoe moeilijk het wordt gemaakt om die hypothese vrijuit te bediscussiëren. Ronald Commers heeft die discussie in De Morgen geo pend omtrent de context van de Witte Mars, maar hij werd door de collega´s niet ernstig genomen. Ook de media zijn zeer selectief in het onderzoek naar mogelijke verklaringsmodellen. Verhalen over de modernisering van de instellingen of over zuiveringsrituelen lijken minder bedreigend, liggen "beter in de markt".terug
Noot2:2 Zie Michel Chossudovsky: La corruption mondialisé, in Maniere deVoir33, Le Monde Diplomatique, februari 1997.terug
Noot3:3 De boom in Zuidoost-Azië wordt voor een belang rijk deel gefinancierd met gerecycleerd heroïnegeld. De privatisering van het Oosteuropese openbaar bezit kwam vooral de maffia ten goede. Volgens een recente studie van de Academie voor Wetenschap pen in Moskou zou 40% van de economie, de helft van de handelspanden in Moskou, de tweederden van de handelsinstellingen, In het totaal zo´n 35.000 bedrijven, 400 banken en 150 staatsbedrij ven in handen van de georganiseerde misdaad zijn. In de Russische federatie zouden zo´n 1300 mis daadorganisaties aktief zijn (Chossudovsky, o.c.)terug
Noot4:4 Le Monde, 17 juli 1996terug
Noot5:5 Wat bedoelde premier Dehaene precies toen hij zei dat er misschien teveel aandacht werd besteed aan de 3% Maastrichtnorm en te weinig met maat schappelijke problemen? Hoe is die uitspraak te rij men met het strikt aanhouden van de monetaristische regeringskoers? Of was het gewoon occassionele demagogie onder druk van de emotionele omstandigheden?terug


Top

Vitrolles is niet zo ver van ons bed

Op zondag 9 februari is met Vitrolles een vierde Franse stad in handen van het Front National gevallen. Voor het eerst haalt het Front een absolute meerderheid (52,48%). Uittredend burgemeester Anglade is de corruptie en interne crisis binnen de lokale PS niet te boven gekomen. De ´vote républicain´ heeft ook niet gewerkt, omdat de in de eerste ronde uitgeschakelde kandidaat van rechts, Guichard, geen duidelijke stemoproep deed (daarin gesteund door oud-premier Balladur). Dat verklaart misschien ook het grote aantal onthoudingen (19,08%) en ongeldige stemmen (5,18%). De nieuwe burgemeester is dus Catherine Mégret, die openlijk als een marionet optreedt voor haar niet-verkiesbare man Bruno, de leider van de zogenaamde ´moderne´ vleugel van de partij van Le Pen. Sinds die overwinning leeft Frankrijk op de politieke agenda van Le Pen. met culturele repressie in Toulon en een repressievere aanpak voor de illegale vreemdelingen. Op beide fronten strijdt de culturele wereld, daarin gevolgd door vele democraten, tegen.... tegen wat de "lepenisering" van de geesten wordt genoemd. Want zo de sympathie voor de verzetsbeweging groot is, dan steunt toch twee derde van de opinie de strenge wet Debré. Langzaam sluiten zich de geesten. Autoritaire politiek wordt gebanaliseerd. De dreiging van extreem-rechts is reëel.

Natuurlijk zijn er verschillen met België, al ware het maar door het verschilend kiessysteem. Maar, tenminste vier punten zijn vergelijkbaar:

Na een eerste doorbraak, op basis van plat racisme, komt bij extreem rechts een zogenaamd ´modernistische vleugel´ naar voren, kandidaat voor de macht met een ´realistisch´ autoritair alternatief. Vergelijk de medewerking van het Vlaams Blok aan de ´nieuwe politieke cultuur´ in Vlaanderen of de respectvolle media-aandacht die Annemans via de zaak Dutroux heeft opgebouwd. De banalisering sluipt verder.

De overwinning in Zuidoost-Frankrijk steunt op een economisch en sociaal kerkhof en op het bankroet van de sociaal-democratie. Die heeft er jaren de plak gezwaaid, verweven in affaires en ingewikkelde machtsstructuren. Vergelijk met de sociale en politieke ontwrichting in Wallonië, met de industriële ontmanteling door Europese concurrentie en met de schandalen binnen de PS.

In aanwezigheid van een ´respectabel´ extreem-rechts en een ´corrupte´ sociaal-democratie, laat burgerlijk-rechts de ´Republikeinse eenheid´ (het cordon sanitaire) vallen en kiest ze zelf voor een verrechtsing. De belangrijkste vijand is niet het FN maar links, zeggen nu het RPR en het UDF. Vergelijk de draai die ook hier plaatsvindt bij een deel van de CVP en bij de VLD. In verschillende (politieke en media-) middens wijst men een verder isoleren van het Blok af en wil men het geweer van schouder veranderen.

Tenslotte treedt in Zuid-Frankrijk een gewenning op, waarbij het steeds moeilijker wordt een dam op te werpen tegen het cultureel offensief dat een sociale uitsluiting begeleidt. Ook hier voelt men zulke ´normalisering´. (Van de gemeenschappelijke schilderijententoonstelling van Eyskens en Daems, tot het ontbijt van Renaat Landuyt met Annemans is een grote weg afgelegd. Ouwe jongens onder elkaar?).

Top

De nieuwe politieke cultuur binnen de krijtlijnen

HANNE VANDERCAMMEN

"Onder de noemer ´nieuwe politieke cultuur´ wordt een hele reeks verschillende onderwerpen ondergebracht. Om een einde te maken aan de huidige begripsverwarring is het dan ook absoluut noodzakelijk dat men vooreerst overgaat tot een uitzuivering van de term, wil men niet verdrinken in het geheel en op relatief korte termijn ook iets realiseren" (Nota voor het uitgebreid bureau van het Vlaams Parlement, 12/12/´96)

Profetische woorden, voorwaar. Zoals wel eens meer het geval is bij het gebruik van dergelijke samenvattende begrippen, lijkt de term ´nieuwe politieke cultuur´ reeds uitgehold vooraleer ´men´ er goed en wel in geslaagd is die een concrete inhoud te geven. Uit een interview met Nelly Maes, een lang gesprek met Paula Burghgraeve (initiatiefnemer Charta 91, hoofddocent VUB) en een themadag met een aantal mensen die actief zijn op de verschillende echelons van het politieke bedrijf (o.a. Frederick Wittock-SP, Raf Vermeire-CVP jongeren) bleek weliswaar een roerende eensgezindheid wat betreft de wil tot verandering, maar tevens ook een grote diversiteit in interpretatie en concrete toepassing. Er is niets nieuws onder de zon; behalve misschien de nieuwe politieke cultuur. Alhoewel, zo nieuw blijkt de roep daarnaar ook weer niet te zijn. Zo schreef Hugo Schiltz reeds in 1982 (een dieptepunt wat betreft politieke non-cultuur en onverschilligheid) in ´Vlaanderen Morgen´: "Indien er iets is dat de prille Vlaamse autonomie kan bedreigen, dan is dit het gevaar dat we inderdaad niet bij machte zouden zijn een nieuwe politieke cultuur tot stand te brengen. Dat we onze mogelijkheden zouden verkleinen door een al te ver doorgedreven en te geïnstitutionaliseerde, verkrampte partijdigheid. Dat wij niet bij machte zouden zijn opnieuw zindelijk om te gaan met macht." Wie het schoentje past, trekke het aan.

ZINDELIJK OMGAAN
MET MACHT

De dieperliggende oorzaak van de kloof tussen burger en politiek is, volgens Nelly Maes, de onmacht van de democratische organisatiestructuren om efficiënt te reageren op de toenemende dualisering van de samenleving en de groeiende sociaal-economische onzekerheid. De N PC gaat niet over deze structurele veranderingen. Nelly Maes omschrijft de NPC als het herstel van het tweerichtingsverkeer tussen de burgers en de politici, wat in een democratisch bestel onontbeerlijk is. Meer dan uit zorg voor de verwezenlijking van hun programma of voor een goed bestuur, reageren de sociaal-democratische partijen vooral vanuit een streven naar het verwerven en het behouden van macht. De burgers reageren daarop en uiten hun onvrede, soms in een anti-politieke houding. Ook het zogenaamde alternatief, de deregulatie zoals gepropageerd door de neo-liberalen, heeft ondertussen o.m. in Groot-Brittannië, de USA en gedeeltelijk ook in Europa reeds bewezen funest te zijn. Voeg daarbij de machteloosheid van ´de politiek´ die haar greep verloren heeft op een aantal economische hefbomen die de samenleving bepalen (o.m. ten gevolge van de internationalisering en mondialisering van de economie en de implicaties daarvan) en er ontstaat een vrij realistisch beeld van de actuele situatie: de illusie van democratie, die enkel nog kan instaan voor het blussen van de grootste branden -vooralsnog.

De NPC, aldus Nelly Maes, kan onmogelijk een oplossing bieden voor deze hele problematiek, maar wil wel vanuit een pragmatische benadering een poging ondernemen om de formele democratische besluitvorming beter te laten functioneren, zowel op federaal als op Vlaams niveau. Een noodzakelijk en lovenswaardig initiatief, dat zich echter volledig situeert binnen de instituties en daardoor voorbij gaat aan een aantal verzuchtingen die o.m. in en sedert de Witte Mars tot uiting zijn gekomen en die reeds geformuleerd werden in het basismanifest van Charta in 1991:" De toestand is te ernstig om hem over te laten aan de machtsstructuren die zelf hebben bijgedragen tot de verzieking. Verantwoordelijke burgers kunnen iets doen om die maatschappelijke verwording tegen te gaan die oorzaak is van onverdraagzaamheid, sociale uitstoting, angst en onzekerheid."

Nieuwe en oude sociale bewegingen werden en worden nog steeds zo vlug mogelijk, hetzij geïncorporeerd en mee ´besmet´, hetzij buiten spel gezet.

Zelfs indien we ervan uitgaan dat we ons nu in een periode van ´katharsis´ bevinden, blijft de arrogantie van sommige machtscentra duidelijk voelbaar. En zelfs indien we ervan uitgaan dat zowel politici als burgers door de recente gebeurtenissen voldoende gesensibiliseerd zijn om nu plots een reeks maatregelen af te dwingen die reeds lang aan de orde waren, blijven er een groot aantal onbeantwoorde vragen. Waarom wegen de miljoenen van de PS/SP zoveel zwaarder door dan de miljarden van de KB? Waarom blijft het vrij verkeer van kapitaal dé heilige koe, en een vermogensbelasting onbespreekbaar? Waarom is het eten van een bord spaghetti met een sympathiserende vzw partijdiger dan het onderhouden van zowel persoonlijke als zakelijke betrekkingen met personen en instellingen die het onderwerp uitmaken van een gerechtelijk onderzoek? Het blijft op zijn minst frappant dat er hier en daar nog steeds onbeschaamd met twee maten en twee gewichten wordt gewogen, ook al zijn zelfs politici niet volledig gedetermineerd door hun sociaal-economische achtergrond en kunnen zij los daarvan gerechtvaardigde keuzes kunnen maken. Voor het slagen van de NPC is het in ieder geval absoluut noodzakelijk dat we in gelijk welke context de bereidheid opbrengen om hen het nodige krediet te verlenen, mits voldoende openheid en controle op hun handel en wandel.

DE STATEN-GENERAAL
DIE ER GEEN WAS

De Commissie Langendries diende zich aan als een zoektocht naar formele oplossingen op het federale niveau. Opvallend was de samenstelling: partijvoorzitters en hun raadgevers, ver weg van en buiten het parlement. Meteen ook de reden voor AGALEV om zich daarvan te distantiëren. Wel aanwezig waren de andere oppositiepartijen, met uitzondering van het Vlaams Blok (dat niet uitgenodigd werd). Nelly Maes woonde de eerste ronde bij, als ´wijze vrouw´ van de VU. Volgens haar bood deze commissie de kans aan de partijen en hun verantwoordelijken om uit vrije wil terug te treden van een aantal terreinen die ze zich in de loop van de tijd hebben toegeëigend. Politieke benoemingen in de ambtenarij en elders, om maar iets te noemen, vertrekken hoofdzakelijk uit deze kringen. Ook de partijfinanciering en de daarbij horende schandalen. de te zware kabinetten, dubieuze compromissen en andere onzindelijke zaken die het daglicht nog steeds niet mogen zien, konden er onder de loupe worden genomen en met wortel en al uitgeroeid. Het lijkt te mooi om waar te zijn, en dat was het ook, al leek volgens Nelly Maes het scepticisme aanvankelijk niet gerechtvaardigd: tot haar verwondering bleek er tijdens die eerste ronde een grote eensgezindheid te bestaan i.v.m. de diagnose wat betreft de functie van het parlement en kwam het zelfs onmiddellijk tot een overeenkomst om de reeds vroeger gemaakte akkoorden uit te voeren. Het cumul-verbod is daarvan een duidelijk voorbeeld- en meteen ook de beste illustratie van de te voorspellen tegenstand in de praktijk, getuige de houding van de CVP ten aanzien van een gelijkaardig initiatief genomen in het Vlaams Parlement. Zolang de discussie maar breed genoeg werd gehouden, vermeed men zich vast te rijden in één discussiepunt en werd de concrete uitwerking daarvan doorgeschoven naar werkgroepen onder leiding van de respectievelijke voorzitters, met als deadline voor concrete resultaten 30 juni. Een greep uit het aanbod: Onverenigbaarheden, politiek verlof, statuut en burgerlijke en strafrechtelijke aansprakelijkheden van lokale mandatarissen (werkgroep o.l.v. Ph. Busquin), partijfinancieringen verkiezingsuitgaven (o.l.v. B. Anciaux), referendum, raadpleging en verzoekschriften (o.l.v. L. Michel), gelijke toegang/onthaal overheidsinstellingen en gerecht, responsabilisering, depolitisering en dienstbetoon (o.l.v. M. Van Peel). Een hele opgave, waaraan de VU na de recente onthullingen i.v.m. de PS voorlopig haar medewerking niet meer verleent en waar overigens over de hele lijn de ontmoediging reeds heeft toegeslagen. Jammer voor Tobback, die wellicht alweer een krasse uitspraak zal moeten inslikken:"De groenen zullen nog verschieten hoever we wel zullen gaan".

"WAT WE ZELF DOEN,
DOEN WE BETER"

(een geliefkoosde uitdrukking in kringen van de Vlaamse Regering)

De Batselier kon wel rekenen op de medewerking van AGALEV en alle andere partijen in het Vlaams Parlement (inclusief het Vlaams Blok, een vergiftigd geschenk) omdat hij van het begin af aan de discussie situeerde in het parlement, wat wel zo logisch is. Nadeel was misschien dat, in het kader van de N PC, de agenda ook onmiddellijk werd meegedeeld en via de pers verspreid, zodat het moeilijker werd te werken naar een totaalpakket en een consensus tussen de verschillende partijen, gezien de onmiddellijke reacties in en buiten het parlement betreffende een aantal discussiepunten. De meeste daarvan zijn dan ook genoegzaam bekend, met als ´toppers´ de decumul en het dienstbetoon.

Los van de discussie of het cumulverbod nu wel echt dé essentie uitmaakt van de NPC, kan, nog steeds volgens Nelly Maes, het belang ervan toch niet onderschat worden. Er is de kwestie van de beschikbare tijd en het combineren van weddes, maar het gaat in de eerste plaats om de machtsongelijkheid die binnen het parlement door het cumuleren van politieke mandaten veroorzaakt wordt. Een Vlaams Parlement dat een onevenredige aanwezigheid telt van plattelandsburgemeesters zal ervoor zorgen dat de inbreiding van steden dode letter blijft, en dat het MAP sterk afgezwakt wordt. Maar wij kunnen ons ook de vraag stellen of het verbod niet moet worden uitgebreid tot privé-mandaten allerhande (cfr. Nederland), want ook daar bestaat er (en misschien nog meer) de kans op overenigbaarheden en belangenvermenging. De lijst van cumuls van de Vlaamse parlementsleden die in opdracht van De Batselier werd opgemaakt, bevat evenmin mandaten in intercommunales en in openbare instellingen, maar daaraan wordt naar verluid nog gewerkt. Op zijn minst zou een lijst met alle gecumuleerde functies moeten worden bekend gemaakt, met daarbij duidelijke richtlijnen van onverenigbaarheden, zowel in openbare als privé-functies, zowel wettelijk als deontologisch. Logisch gevolg daarvan is dat lokale mandatarissen beter verloond moeten worden en het statuut van de parlementsleden aangepast, al hoeven wij nu ook niet té veel medelijden op te brengen: niet alleen volksvertegenwoordigers kunnen werkloos worden en de rest van de bevolking heeft evenmin garanties op een (eeuwig voortdurend) riant inkomen (vraag maar aan de werknemers van Forges du Clabecq, van Renault Vilvoorde e.a.). Primordiaal is de onafhankelijkheid van het parlementslid, zowel in zekere zin t.o.v. de eigen partij als van andere belangengroepen, en dat hoeft geenszins automatisch te leiden tot een parlement van burocraten. De NPC zou op het punt van de decumul natuurlijk wel aan geloofwaardigheid winnen indien de initiatiefnemer ervan in het Vlaams Parlement zelf de daad bij het woord voegde.

Ook in verband met het dienstbetoon, nu ´dienstverlening´, stoten we op verschillende interpretaties. Iedereen is het erover eens dat cliëntelisme, affairisme en de arrangementscultuur uit den boze zijn, maar dat de politicus wel degelijk dicht bij de bevolking moet staan en op hun klachten of vragen moet reageren. De grens tussen het ene en het andere is niet altijd even duidelijk, al wordt er in het Vlaams Parlement gewerkt aan een deontologische gedragscode dienaangaande.

Inmengingen in gerechtelijke dossiers zijn volgens Nelly Maes in alle omstandigheden ongeoorloofd, al bestaan er wat dat betreft in het Vlaamse landschap nog ronduit feodale toestanden. Aanvragen tot het verlenen van bouwvergunningen, militievergoedingen, pensioenen e.d.m... kunnen verwezen worden naar een ombudsdienst of naar de bevoegde instanties, mits een grotere dienstbaarheid van de betreffende administratie.

Elke weigering om ´tussen te komen´ vanwege de politicus kost uiteraard stemmen, want het is bij deze praktijk lang niet altijd duidelijk wie de uitbuiter en wie het slachtoffer is. En hoe zit het met mensen die werk zoeken? Kan de politicus nog personen aanbevelen? Zoja, op welke manier? Er is in ieder geval wat betreft deze materie een behoefte aan zeer grote duidelijkheid i.v.m. ongeoorloofde tussenkomsten, en de tijd is rijp om een aantal zaken strafbaar te stellen (interventies bij benoemingen, onrechtmatige tussenkomsten in individuele dossiers...). Toch blijft het belangrijk dat de mandataris zijn luisterbereidheid en het contact met de burger behoudt o.m. om te kunnen signaleren waar de administratie tekortschiet en ook om de kans te krijgen rechtstreeks rekenschap af te leggen over het gevoerde beleid.

In de bundeling van de suggesties van de fracties over een ´nieuwe politieke cultuur´ in het Vlaams Parlement vinden we nog talrijke andere voorstellen o.m. i.v.m. de uitoefening van het mandaat (aanwezigheden, ...), het contact met de bevolking (communicatie en taal,...), combinatie gezin - politiek - zelfontplooiing, het referendum, hervorming van het Vlaams Parlement (verkiezing van de voorzitter, beschot tussen wetgevende en uitvoerende macht,...) enz. Opvallend in de bewuste nota zijn o.m. de talrijke suggesties van het Vlaams Blok, dat zich hier als ´salonfähig´ wil aandienen, maar dat ondertussen echter reeds heeft afgehaakt omdat de N PC "niets meer is dan een mistgordijn" -aldus F. Dewinter.

SAMENZWERING
IN DE SENAAT

Het lekt met mondjesmaat uit in de pers: een groep parlementsleden onder wie Guy Verhofstadt, Johan Van Hecke, Bert Anciaux en Eddy Boutmans werken aan voorstellen die gemeen hebben dat ze het Belgische politieke systeem ´grondig´ willen veranderen. De bedoeling is om de stemplicht af te schaffen, de functie van de lijststem te beperken, op alle niveaus een bindend referendum in te voeren en de burgemeester rechtstreeks door de burgers te laten verkiezen. Het gaat hier om een breed democratisch project, dat veel verder wil gaan dan het formuleren van wetsvoorstellen. Sommige van deze voorstellen roepen evenwel nu reeds een aantal vragen op: is de afschaffing van de stemplicht bijvoorbeeld wel zo´n formidabele stap in de goede richting? Wie biedt ons de garantie dat al de Vlaams Blok - en andere ´protest´stemmers wel degelijk thuis zullen blijven, en dat het afschaffen van de stemplicht niet nog meer mensen zal doen afhaken omdat ze zich nu nog minder betrokken voelen bij de democratie? Niemand, zo zegt Nelly Maes, maar de zogenaamde ´geleide´ democratie is al lang achterhaald, en het zou de politici verplichten om voldoende overtuigingskracht op te brengen voor het stemmen ´an sich´, los van de partijpropaganda. Ze is nog duidelijk geschokt door een voorval, toen een parkeerwachter in het Brusselse haar toeriep: "Allez jouer avec tes petits amis de Dutroux" - of hoe voor sommige burgers politici en criminelen tot eenzelfde categorie behoren. Moeten we dergelijke mensen zo nodig verplichten om tegen hun zin te gaan stemmen, en dat verzuim strafbaar laten? Enfin, dit is een oude en vaak gevoerde discussie, die ongetwijfeld de volgende maanden zal worden vervolgd en die bovendien in een Europese context dient te worden geplaatst. Zullen wij binnenkort ijveren voor ´stemrecht´ of´stemplicht´ voor migranten, zoals de Italiaanse regering die dit onlangs - althans op gemeentelijk vlak -tot programmapunt heeft gemaakt? Sinds de uitvaart van Loubna Benaïssa staat dit ook in ons land op de politieke agenda.

Voor de rest is er over de geheimzinnige samenzwering in de senaat en verdere gesprekken tussen de reeds genoemde parlementsleden bijzonder weinig bekend, en wellicht weten de deelnemers zelf het nog niet zo goed. Eerst maar even afwachten wie partijvoorzitter wordt bij de volgende partij-verkiezingen...

HETONDERZOEK NAAR
HET ONDERZOEK VAN
HET ONDERZOEK

De NPC eist de grootst mogelijke duidelijkheid i.v.m. de fouten die gemaakt zijn in de zaak Dutroux, in Rwanda, in het onderzoek naar de Bende van Nijvel..., en er worden dan ook kwistig commissies opgericht om deze kwesties grondig uit te spitten - soms ten nadele van het ´gewone´ parlementaire werk.

Het is ontegensprekelijk zo dat de gemeenschappelijk wil om tot ´de waarheid´ te komen, los van alle partijpolitieke overwegingen, op zichzelf een grote verdienste is, maar die vele onderzoekscommissies zijn niet zonder gevaren; zeker niet gezien de niet te onderschatten rol die de media ook hier weer spelen. Indien echter de leden hun werk naar behoren vervullen in de commissie, en ervoor zorgen dat er na de ondervragingen ook de juiste hervormingen worden doorgevoerd en wetgevende initiatieven genomen (laat ons nog eventjes afwachten hoe Annemans en ook anderen dan zullen reageren), dan kunnen wij hen alleen maar het nodige krediet verlenen (liefst mits een degelijk onderpand...). En waarom wachten tot er rampen zijn gebeurd vooraleer bepaalde zaken in beeld worden gebracht? Nelly Maes zou graag de gewone gang van zaken doorgelicht zien, o.a. de discussies binnen de commissie ´Ruimtelijke Ordening´ in het kader van het Structuurplan Vlaanderen; het zou de burger dan misschien duidelijk worden waarom we in zo´n lelijk land leven...

De media hebben echter wel de grote verantwoordelijkheid om niet alleen de zogenaamd ´objectieve´ feiten te tonen , maar ook en vooral de verschillende meningen en achterliggende politieke visies aan bod te laten komen: uiteraard geldt dit voor de berichtgeving in haar geheel, en niet alleen die van de commissies. Een NMC (´nieuwe mediacultuur´) lijkt op dit moment een even dringende noodzaak als een N PC.

Top

Van Witte Mars tot Witte beweging

Toen Victor Coucke op 20 oktober 1996 na de Witte Mars met z´n twee bussen terug naar Laakdal in de Kempen reed, vond hij dat die sfeer, die dynamiek en die vastberadenheid niet verloren mochten gaan. Hij sprak erover met zijn medereizigers en ze spraken af een paar weken later in Laakdal te vergaderen om te zien wat ze konden doen. Op 14 november werd in de Kempen een comité gesticht om een ´structuur en een strategie op lange termijn´ aan de Witte Mars te geven. De mondige burger zou waakzaam blijven. En het comité wilde ook samenwerking, eenheid tussen de bestaande verenigingen. Samen met de moeder van Ilse Stockmans en de vader van Nathalie Gheijsbregts, werd een ´Lokaal Comité van Waakzaamheid De Witte Mars´ gevormd. Het doel was dubbel: solidariteit opzetten met wie het nodig heeft en de druk van de Witte Mars ophouden tot er concrete resultaten zijn geboekt.

Meteen deden ze een oproep om in iedere gemeente in Vlaanderen zo´n basisgroep op te zetten. Op initiatief van het Laakdalse comité werd op sinterklaasdag, 7 december in de stad Sint Niklaas een eerste Vlaamse coördinatievergadering opgezet. Een 40-tal mensen vertegenwoordigden comités uit zo´n 12 plaatsen. Na inleidingen van Ronald Commers, Fernand Tanghe en Eric Corijn ontstond er een vinnige discussie, over de opdracht van zulke comités. Meningen verschilden. Over de band met de pers: van "de media schrijven wat zij willen" tot "we hebben de media nodig". Over de commercialisering: "er mag niet geleurd worden met het leed van de ouders". Over het vertrouwen in de overheid: van "je moet ze een kans geven" tot "ze hebben al zoveel beloofd." Er werden afspraken gemaakt voor een kerstwake, voor een solidariteitsactie met veearts Van Noppen. En er werd een nieuwe datum vastgelegd.

Intussen waren ook in franstalig België verscheidene comités uit de grond gerezen. Op 17 januari 1997 vergaderden in Louvain-la-Neuve zo´n 100 mensen met de steun van de ouders. Na inleidingen van o.a. Gino en Carine Russo en Marie Noëlle Bouzet kwam het tot een geanimeerde discussie. Verschillende plaatselijke ervaringen werden uitgewisseld. Er werd verteld over het falen van de diensten en de instellingen en hoe dan een comité aan het werk kon. Door zelf diensten te verstrekken met dokters, verpleegsters of advocaten. Door te verwijzen. Door solidariteit op te zetten.

Op het eind van die vergadering werd het initiatief van een netwerk van Witte Comités aangekondigd. Een handvest werd ter discussie gesteld. In 12 punten tekende het de krijtlijnen voor de comités (pluralistisch, onafhankelijk, ten behoeve van het lot van de kinderen, voor de verandering van mentaliteiten en structuren, ...) met een lijst van mogelijke werkingen. Dat coördinatie-initiatief, dat al voor de vergadering was bedacht, zou op 24 januari aan de pers worden voorgesteld. Het werd ondersteund door drie Witte Comités van bekenden: een van sportmensen, een van artiesten en een van wetenschappers. Ter gelegenheid van die voorstelling las Carine Russo de verklaring die we hierbij in extenso afdrukken.

Sindsdien is een maandelijke coördinatievergadering met de ouders van de vermiste kinderen van start gegaan. Er werd een permanent secretariaat opgericht (Boondaelse steenweg, 388 te 1050 Brussel -Eisene) met een betaaltelefoon (0900-10135). Het eerste zichtbare initiatief is het verschijnen van het eerste nummer van de Witte Krant in maart j.l. Verschillende tienduizenden exemplaren in de twee talen werden verspreid. Daarnaast organiseerden witte comités elke week wel ergens een nieuwe manifestatie. De mobilisatie is niet doodgebloed en wacht met spanning op het verslag van de Commissie Dutroux.

Twee kwesties staan nu ter discussie. Het is duidelijk dat de dynamiek in Wallonië dit keer sterker is dan in Vlaanderen. Dat komt ongetwijfeld ook door het dynamisme van de Franstalige ouders die zich opgeworpen hebben als leiders van de beweging. In Vlaanderen is de coördinatie nog niet echt van de grond. Er zijn de ouders Marchal en er is het comité Kim en Ken, die elk hun initiatieven willen nemen. Er blijft de uitbouw van een Vlaamse coördinatie, waartoe op zaterdag 22 maart te Dendermonde (Cultuurcentrum Belgica om 14 uur) een nieuwe vergadering is bijeengeroepen. Verschillende organisaties (waaronder Charta 91) verlenen hun steun.

Die ongelijke dynamiek speelt ook in de discussie over een volgend centraal initiatief. In Vlaanderen denken velen dat er in de diepte moet worden gewerkt, op een gepast ritme. In de federale coördinatie leeft al een initiatief van een Staten-Generaal voor een meer burgergerichte justitie en voor meer democratie. Het moet een moment van mobilisatie en bezinning worden, waarin een nieuwe stap wordt gezet in de formulering van de verhouding tussen de ´nieuwe burger´ en de overheid. Over zo´n initiatief lijkt er consensus. Maar de meningen verschillen over de inhoud én over de timing (een jaar na de Witte Mars of later nog?). De discussie is geopend. We publiceren hierbij een discussiestuk van Raf Verbeke, van het Gentse Witte Comité.

Hoe het ook zij, de energie van de Witte Mars is niet verloren. Langzaam komt een structurering aan de basis van de grond. Vele meningen leven, de discussie is gestart... een goede les in democratie. Individuele burgers die hun verantwoordelijkheid opnemen en zich in netwerken verbinden... het kan Charta alleen maar verheugen. We zullen waar mogelijk ons steentje bijdragen, ook door de informatie te verspreiden via de Nieuwsbrief.

Top

Een netwerk van Witte Comité´s:

DOOR CARINE RUSSO
-24 JANUARI 1997

Omdat we hebben menen te begrijpen,
in het licht van ons persoonlijk drama,
in het licht van honderden andere drama´s waaraan geen einde komt,
elke dag opnieuw, hier en elders,
en waarbij kinderen nog steeds en altijd de eerste slachtoffers zijn,
omdat we hebben menen te begrijpen
dat we niet alleen waren om niet langer te aanvaarden dit passief te ondergaan,
altijd weer te ondergaan in stilte...

We hebben menen te begrijpen dat de immense mensenzee van de Witte Mars
een teken was,
een teken van algemene hergroepering
rondom de enige en ware zaak te verdedigen op deze wereld:
de bescherming van onze kinderen,
de bescherming van hun leven en van hun geluk,
nu en later.

We willen geen wereld zonder wetten,
zonder regels, zonder plichten, zonder rechten en zonder rede.
We willen geen wereld zonder geloof of wet.
We willen een wereld waarin de wet overeenstemt met de gerechtigheid
en de gerechtigheid overeenstemt met het
grootste aantal mannen en vrouwen, van vlees en bloed, die we zijn
en die niet alleen overeenstemt met het kleine getal mannen en vrouwen, van verstand en cijfers, die zij zijn.

Wij willen een betere wereld
gesteund op een gerechtigheid die naam waardig.

Hun opvatting over het gerecht is dat "de wet rechtvaardig is",
dat de wet steunt op de Rede en dat de Rede dus rechtvaardig is.
Maar hun rede is die van de sterkste.
En bijgevolg is hun wet, die van de sterkste.

Onze opvatting over gerechtigheid is
dat de bescherming van de zwakste rechtvaardig is.
En wie kan ons ongelijk geven te denken dat we gelijk hebben?
De rede is dus niet het monopolie van de sterkste.
En de wet kan zich verder beroepen op de Rede, maar dan alleen op die rede.
Zo zal de wet rechtvaardig zijn.

Onze opvatting over gerechtigheid is
dat een mensenleven een mensenleven waard is.

Hun opvatting van gerechtigheid is
dat een leven van een president niet gelijk is aan het leven van een kind,
of van het leven van een arme of het leven van een eenzame.

Vandaag nog lazen we in de krant twee regels om te zeggen
dat men de lichamen van twee jonge Afrikanen in een container had gevonden.
En...twee volle pagina´s over het onheil van een staatsman die zijn verloren eer beweent.

Twee regels in de krant om ons te vertellen
dat een dreumes van twee of drie jaar in het verkeer was verdwenen,
even plotseling als mysterieus - zeg eens, wie denkt er nog aan Liam?

En twee volle pagina´s over het liefdesleven van de filmdiva.

Twee regels om ons de kalvarietocht van het verkrachte kind te vertellen.
En twee volle pagina´s voor het interview met de bekende vedette, de artiest of de ondernemer,
wie weet, misschien wel de verkrachter.

Twee regels over die ouderling dood door de kou, de honger en de eenzaamheid.
En twee volle pagina´s voor de verplaatsing van een bruggenhoofd meteen helikopter.

Dat vinden we in de kranten, vandaag nog!
En wat is de krant anders dan de spiegel van onze samenleving?
De spiegel van onze eigen mentaliteit?

Vandaag nog, vertelt de krant ons dat we in niets zijn veranderd.

Het was nochtans soms anders: verdwenen kinderen op de frontpagina,
eerste prijzen voor de verworpenen,
spreekrecht voor de woordvoerders van de daklozen,
Césars voor het talent van Pascal Duquesne.
En er stond een Witte Mars op alle voorpagina´s.

Er waren van die dagen, oprispingen, van hoop op een andere wereld.

De pers, spiegel van onze gemoedsgesteldheid,
heeft ons soms verbaasd. Verbaasd over onszelf.

En toch,
van de wanhoop over de dood van onze kinderen
tot de hoop van de Witte Mars was het maar één stap.

Van de Witte Mars tot de Witte Comités
voor een groot netwerk van solidariteit en aandacht voor de zwaksten,
is maar een stap verder.

Nu, vanuit die Comités, is het aan eenieder om te spelen, te dromen, deel te nemen,
een rechtvaardige wereld te ontwerpen die, in de pers van morgen,
de grote geschiedenis naar voren schuift,
het woord van de dakloze laat horen,
van de vluchteling die men wilde weggooien,
van de jonge werkloze die men aan de drugs wilde krijgen,
van het kind dat men haast folterde...

De pers die ons niet langer zal berichten over ministeriële beloften maar over nagekomen beloften.
De pers die het niet meer zal hebben over de laatse flirt van Miss WorId,
maar over een nieuwe wereld voor een volgende liefde
van de ongelukkige die er al zolang naar smacht...

De dag dat ze ons dat zal berichten, de pers,
die dag kunnen we zeggen dat we veranderd zijn.
En dat, eindelijk, onze kinderen gered zijn.

Het gaat om ons collectief bewustzijn,
om onze keuzes, om onze wilsbeschikking.
Het is in elk geval een zaak van al diegenen die weigeren te aanvaarden
dat men nog steeds de wereld van morgen, die van onze kinderen, vernietigt.

Dat iedereen vandaag zijn kamp kieze.
Comité per Comité. Dan Comité met Comité.
We noemden ze "wit".
We hadden ze "kleurloos" of "veelkleurig" kunnen noemen,
wat maakt het uit?
Alle kleuren zijn nodig om een wereld te tekenen.
Daarom geven we wit als eenmakende kleur.
Omdat wit de kleur is van het doek voor de artiest er zijn penseel op zet.
Omdat wit de kleur is van de oorspronkelijke zuiverheid, die ook de zuiverheid van het kind is.
Vertrekkend van die niet-kleur is elke kleur toegelaten
en het werk zal mooi zijn wanneer alle kleuren in harmonie zijn.

Er waren al Witte comités voor de Witte Mars.
Ik noem er enkele: Artsen zonder Grenzen, Causes Communes, Open Grenzen, Terre des Hommes, SOS Racisme, arbeiderscomités onder mensen als Roberto D´Orazio of...
kleine comités die groot zijn geworden rond een gemeenschappelijke project.

Er zijn hartelijke en spontane manifestaties geweest van pompiers, leraars, studenten, sportmensen, artiesten...
En beeld je in, een prachtige ruiker witte bloemen op het perk voor mijn huis van een groep daklozen,
duizenden kindertekeningen, honderden gedichten...

Voor de Witte Comite´s zijn alle projecten goed,
alle initatieven, alle acties zijn mogelijk
We vragen maar één ding:
dat ze voor- en bovenal respect opbrengen voor het mensenleven in al zijn kwetsbaarheid,
te beginnen met dat van de kinderen.

Vooruit. Kom bijeen. Maak een project.
Organiseer jullie. Neem je toekomst in eigen handen.

Het is te laat om nog te geloven dat onze arme instellingen,
onze arme verantwoordelijken,
iets voor jou kunnen doen zonder onze hulp.
Ze zijn, als ouders door hun eigen kinderen voorbijgelopen.
Ouders, een ietsje egocentrisch,
die vergeten zijn dat ze verantwoordelijk zijn voor ons lot.
Ouders die geloofd hebben, dat kinderen gelukkig worden van materiële wel vaart.
En die vergeten zijn dat kinderen niet alleen hun lichaam voeden,
maar zich ook voeden met aandacht en morele waarden

Vandaag, willen we, ouders van vermiste kinderen,
omdat alles met elkaar verbonden is,
de Mars voor Werk van 2 februari in Clabecq sterk aanmoedigen.
Wanneer men spreekt over werkloosheid, drugs, prostitutie, slachtoffers of daders, curatoren, arbeiders, justitie en sociale zaken...
dan gaat het om ons leven en dat van onze kinderen.

Top

Rol en taak van een netwerk van witte comités

RAF VERBEKE
(WIT COMITÉ GENT)

De witte comités zijn de bevestiging van de noodzaak en van de werkbaarheid van een nieuwe organisatievorm, van een nieuwe historische taak en van een nieuwe scheppende activiteit.

Die nieuwe taak is de maatschappelijke controle op de instellingen van de Staat. Om al het menselijke in de samenleving te beschermen. En opdat de mensen hun toekomst in eigen handen nemen.

Het is tijdens de discussie over het spaghetti-arrest dat de noodzaak van een dergelijke controle is gesteld. Alleen een toezicht dat kan spreken in naam van de samenleving en dat rechtstreeks verantwoording aflegt tegenover de samenleving, is een echte externe controle op de instellingen.

De witte comités vandaag ZIJN REEDS het embryo van dergelijke controle. Het zijn toezichtscomités waar de burgers vanuit hun maatschappelijke verantwoordelijkheid en als lid van de samenleving toezien op de instellingen die in naam van de maatschappij optreden en spreken.

Dit toezicht neemt zeer verscheidene vormen aan: een actief toezicht of een passief, vooraf of na een bepaalde beslissing, een waakzaamheidsactie of protest, het opeisen van inzagerecht, van het recht om gehoord te worden, om te onderhandelen, om een veto te stellen... in de handen van de burgers.

Het kan zich uiten door diverse acties: hoorzittingen, petities, optochten, kettingbrieven, stakingen, burgerlijke ongehoorzaamheid enz. Maar de witte comités zijn niet zomaar actiecomités.

De burgercontrole van de witte comités veronderstelt een organisatie van de waakzaamheid, een soort tegenorganisatie of schaduworganisatie rondom de instellingen. Maar de witte comités stellen zich niet in de plaats van de bestaande machten en instellingen, zoals het handvest duidelijk stelt.

De werking van de comités is dus per definitie zeer verscheiden, situeert zich op alle niveaus en is organisch verbonden met het leven en het werk van de burgers en sluit daarom niemand uit.

De vraag is: hoe kunnen die comités de komende maanden een hecht netwerk vormen? Hoe gaan we na de witte mars overal in Vlaanderen, Wallonië en Brussel sterker, reëler, juister en breder worden? Het verloop van de gebeurtenissen zal hier natuurlijk vooral over beslissen: de onderzoekscommissie Dutroux, het centrum voor vermiste kinderen, de hervorming van het gerecht, het protest tegen sociaal onrecht...

Van hieruit zullen eisen, thema´s, acties en vormen van toezicht naar voor komen in de witte comités. Een eenmakende eis kan zich aandienen de komende maanden. Maar ik zie vandaag niet goed hoe de inhoud van de witte mars in één eis zou kunnen samengevat worden zonder afbreuk te doen aan de waarachtigheid van de mars zelf.

Volgens mij zal onze visie op de Staten-Generaal beslissend zijn voor het antwoord op de vraag welke fundamentele rol de witte comités moeten spelen. De voorbereiding van de echte Staten-Generaal (en niet een clubje partijvoorzitters en getrouwen die over Nieuwe Politieke Cultuur palaveren) zal vanaf nu moeten aangevat worden. Vanuit de scheppende kracht van de witte comités zelf.

Ik denk dat de Staten-Generaal de eerste gecoördineerde uitdrukking moet zijn van deze maatschappelijke controle op de instellingen. De Staten-Generaal moet leiden tot een nieuw orgaan in de samenleving als resultaat van de waakzaamheid van duizenden burgers in witte comités en verkozen door deze burgers.

Dit nieuw orgaan is een zelf bijeengeroepen nationale toezichtsraad, een nationaal controlecomité, een ´derde kamer´, naast de uitvoerende en wetgevende macht van de staat. Deze zou het hoogste waakzaamheidsorgaan moeten zijn, dat rechtstreeks voortkomt uit de samenleving met het doel toezicht uit te oefenen op de instellingen.

Over de juiste werking en verkiezing van deze ´derde kamer´ kan men discussiëren. Kunnen alleen vertegenwoordigers van witte comités worden verkozen, of ook van de vakbonden, vzw´s...? Het belangrijkste is dat er een nationaal discussie- en beslissingsproces is dat vertrekt van onderuit en dat rechtstreeks voortvloeit uit de duizenden uitingen van solidariteit, waakzaamheid en democratische controle.

Het gaat hier dus niet om een technocratisch voorstel om een of andere eis tot herziening van de grondwet kracht bij te zetten, maar om een debat te lanceren.

Van dit debat hangt volgens mij af welke fundamentele rol het netwerk van witte comités kunnen spelen, en daardoor een bijdrage leveren tot de democratie vandaag.

Het is door hun daden als slachtoffer en als burgers dat de ouders de noodzaak en de actualiteit van de maatschappelijke controle op de instellingen hebben aangetoond (door bvb. inzage te eisen in gerechtelijke dossiers). De basis hiervoor hebben zij gelegd en dat werk wordt nu voortgezet door de witte comités.

De vorming van een nationaal toezichtsorgaan zelf zal niet uitsluitend de taak zijn van de witte comités, ´omdat alles aan alles gekoppeld is´. Dat zal het werk zijn van burgers, bewegingen en organisaties die hun toekomst in eigen handen willen nemen. Want het gaat ´om ons leven en de toekomst van onze kinderen´.

Top

Nieuwe sociale bewegingen

Sedert, maar ook reeds voorde Witte Mars, werden er nieuwe sociale bewegingen en netwerken opgericht door tal van mensen die op die manier wilden bijdragen tot een reële nieuwe politieke cultuur. Wij stellen er een aantal aan u voor.

Beweging Van Mensen Van Goede Wil

POL DOCKX

De BMGW is een initiatief van Jef Sleeckx dat al dateert van voor de affaire Dutroux en de Witte Mars.

Jef Sleeckx kwam op basis van de vele contacten die hij in verschillende milieus heeft, tot de volgende conclusie: er is bij vele mensen een grote mondigheid en veel positieve energie aanwezig, maar zolang dezen elkaar niet over de zuilgrenzen heen ontmoeten, gebeurt daar politiek niets mee. Daarom moet die energie gebundeld worden, de mensen samengebracht en tot actie overgegaan.

Sedert eind februari worden overal in het land plaatselijke comités opgericht- waar dikwijls de witte comités bij aansluiten. Bedoeling is dat die rond een concreet thema acties plannen.

In de nabije toekomst wil men de basistekst uitbreiden en stofferen, contact leggen met Wallonië (o.a. Gino Russo) en rond 15 april met een groots initiatief naar buiten komen.

BASISTEKST (voorlopige versie)

De Beweging van Mensen van Goede Wil is als volgt gestructureerd:

  1. Een team dat enerzijds zelf initiatieven ontwerpt, en anderzijds initiatieven, voorgesteld door de afdelingen, evalueert, uitwerkt en begeleidt.
  2. Een permanente dienst die helpt bij het oprichten van nieuwe afdelingen en de coördinatie tussen de afdelingen verzekert.
  3. Een werkgroep die gericht is op de praktische verwezenlijking van diverse activiteiten.

Met o.m. de medewerking van Jef Sleeckx, Walter Vandenbroeck, Julien Weverberg, Hugo Ongena.

Top

Centrum voor politieke vernieuwing & triangel

PAUL VERBRAEKEN

Waar is die Vlaamse Van Mierlo?

In de loop van vorig jaar onstonden twee initiatieven die uitdrukkelijk tot doel hebben om aan de politieke boom te schudden. Cóté cour is er het Centrum voor Politieke Vernieuwing (CPV), een samenwerkingsverband tussen mensen uit de Volksunie en Agalev en een aantal ´politiek daklozen´. Cóté jardin verschijnt Triangel, dat zichzelf aandient als een maatschappelijke beweging die de ´vergeten burger een onafhankelijk forum´ wil geven, een consumentenorganisatie van de politiek".

Wat uiteraard opvalt is de ´jeugdige leeftijd´, zoals men dat pleegt te noemen, van de protagonisten van beide initiatieven: twintigers en prille dertigers. Aangezien de gemiddelde leeftijd van de Charta-activisten de afgelopen vijf jaar niet significant gedaald is, kan op dit vlak alvast een zucht van opluchting geslaakt worden. En verder? Ik hoop dat men enig scepticisme mijnerzijds niet verkeerd interpreteert, want dat is door niet méér veroorzaakt dan door het lezen van een aantal teksten, interviews en vrije tribunes, en enkele gesprekken met rechtstreeks betrokkenen. Elke poging om ´het tij te keren´ dient met een gunstig vooroordeel benaderd te worden omdat de situatie sinds vijf jaar helemaal niet verbeterde, en alle hulp welkom is. Maar zoals het handboek van de café-filosoof leert, dienen vooroordelen zo snel mogelijk vervangen te worden door gefundeerde oordelen.

In die zin moet mij van het hart dat de adviesraad van Triangel, nu omgedoopt tot sounding board, klankbord dus, niet echt een representatief kritisch segment van de samenleving vertegenwoordigt. Fred Chaffart (Generale Bank), Marcel Cockaerts (Kredietbank), Raf Decaluwé (Bekaert), Paul De Keersmaeker (Interbrew), Julien De Wilde (Aicatel), Frédéric Hannequart en Bernard Peelman (Bank Brussel Lambert), André Leysen (Gevaert), LUC Van Nevel (Samsonite) en last but not least Jan Huyghebaert (Almanij); daarmee heb je een leuke portie Vlaams establishment op je bord. Hoeweel de lijst gelardeerd wordt met een aantal belangrijke Vlaamse cultuurdragers (Marc Clemeur, Tom Lanoye, Paul Dujardin, Frie Leysen, Gerard Mortier ...), enkele academici (Patrick De Wilde, Sylvain Loccufier, Alain Verbeke), en ... "3 mensen van het ACV (namen worden later meegedeeld)", is de scheeftrekking toch evident. Uiteraard moet de inbreng van ´beschermcomités´, ´adviesraden´ en zeker van ´sounding boards´ doorgaans niet overschat worden, maar hun samenstelling zegt wél iets over de algemeen maatschappelijke en politieke positionering van de initiatiefnemers. Om het lapidair te stellen: ik zou niet aan een maatschappelijke beweging die transparantie hoog in het vaandel voert, willen deelnemen samen met bijvoorbeeld de heer Huyghebaert, ongetwijfeld een beleefd en gecultiveerd man, maar toch minstens in dezelfde mate in opspraak als een aantal socialistische voormannen en waterdragers, en bovendien om gelijkaardige redenen (zwart geld in een belastingparadijs). Het enige verschil (maar één dat niet noodzakelijk in zijn voordeel pleit) is dat hij een, laten we zeggen, ´gepriviligeerde´ klant is van de bank waar het geld gedeponeerd werd. Met die pseudo-schizofrenie dient men op te letten. Indien men al van bij het begin de morele grens niet kan trekken, ondergraaft men de geloofwaardigheid van zijn eigen initiatief. Ik ben het eens met de stelling van Lanoye in zijn confrontatie met Huyghebaert in het eerste nummer van Angel: "Ik vind dat u veel te veel uitgaat van een oplapbeurt, van lapwerk, dat het uiteindelijk allemaal neerkomt op de restauratie van een systeem dat z´n beste tijd gehad heeft." Ik zou dat niet alleen op de heer Huyghebaert willen toepassen.

Maar er is meer. Hoewel het bij Triangel niet zo expliciet gesteld wordt als bij het C P V, hebben beide groeperingen gemeen dat ze zich geen ´ideologisch´ keuslijf willen aanmeten. Dat wordt op verschillende manieren geformuleerd. Pieter Vandekerckhove, excoördinator van de Agalev-jongeren, zegt het zo: "Die groepsidentiteit is een fictie, de mensen herkennen zich niet meer in de groepen, maar hebben elk een persoonlijk verhaal. De politicus moet openstaan voor die individuele verhalen en die verweven tot een maatschappijproject. Dan zullen er nog verschillende politieke strekkingen zijn, maar die zullen in de loop van de tijd wisselen." (Knack, 26/2/1997). Iets later stelt hij: "De grote conflicten tussen arbeid en kapitaal zijn voorbij". Ga dat maar eens in Vilvoorde uitleggen. Op dat ´end of ideology´-discours kwam snel een repliek van Dylan Casaer in De Morgen ("Een tijd van ideologische verdwazing", 25/2/1997). En daarop kwam dan weer weerwerk van Vincent Van Quickenborne, woordvoerder van Triangel, van René Los, die tegelijk deel uitmaakt van de sounding board van Triangel, van het kerncomité van de CPV én politiek secretaris is van Agelev-Antwerpen (lezersbrieven in De Morgen van 4/3/1997), en van Patrick De Win, lid van de CPV en kabinetsmedewerker van Vic Anciaux (De Morgen, 7/3/1997). Deze laatste schrijft het zo: "Het CPV gelooft dat er geen enkele ideologie nog de antwoorden kan geven op alle maatschappelijke vraagstukken. Let wel: het socialistische verhaal is niet voorbijgestreefd, maar wel ontoereikend geworden. Hetzelfde geldt voor het liberale verhaal, het nationalistische verhaal, het groene verhaal, het christelijke verhaal. We beleven vandaag een explosie van relevante verhalen en breuklijnen."

In Italië verscheen in 1994 de eerste editie van een boek van Norberto Bobbio, de meest gerenommeeerde Italiaanse levende politieke theoreticus, over de relevantie van de tegenstelling tussen ´links´ en ´rechts´. Het werd onmiddellijk een bestseller (200.000 exemplaren op enkele maanden tijd) omdat een groot deel van de Italianen op zoek was naar ´nieuwe vormen en gedachten´ en de bestaande partij-apparaten implodeerden ingevolge de ontmaskering van nepotisme en corruptie. Een citaat: "De eerste twijfels over het verdwijnen van het onderscheid (tussen links en rechts) of over de beschrijvende kracht van die begrippen, kwam voort uit de zogenaamde crisis van de ideologie, en dus de irrelevantie van het tegenover elkaar stellen van de betrokken ideologieën. Men kan gemakkelijk opwerpen dat de ideologieën helemaal niet verdwenen zijn, maar dat ze nog steeds zeer sterk aanwezig zijn. De ideologieën uit het verleden werden gewoon vervangen door andere die nieuw zijn of dat beweren te zijn. De ideologische boom staat nog altijd in blad. Bovendien werd reeds herhaaldelijk aangetoond dat er "niets ideologischer is dan de ondergang van de ideologieën te proclameren." (Norberto Bobbio, Left and Right. The significance ofa political distinction, Cambridge, 1996, pag. 3. De Engelse vertaling bevat de repliek van Bobbio uit 1995 op een aantal critici.)

Na al de hype over de herverkaveling ter linkerzijde en het Sienjaal, zou het ironisch zijn dat de echte herschikking in het centrum gebeurt. Is het Vlaamse D´66 in de maak? Op 14 december vorig jaar verscheen er een programmatorisch stuk in De Morgen, ondertekend door ´de redactie´. Daarin kon je onder andere lezen: "Niet toevallig koos deze krant bij haar herlancering twee jaar geleden als ondertitel de term ´Onafhankelijk dagblad´. We deden dat toen omdat we vonden dat de eerste ontzuilde generatie die in Vlaanderen opgroeide geen vertaling vond in de krantenwereld die zich in overgrote mate bleef positioneren rond de drie verouderde breuklijnen van de Belgische staat: de tegenstellingen Arbeid-Kapitaal, Vlaams-Waals en Katholiek-Vrijzinnig. De Morgen koos voor een ander opstelling, namelijk de krant te worden van dr nieuwe Vlaamse generatie, los van iedere partij, zuil en lobbygroep, intelligent, maar niet belerend, oneerbiedig jegens het esta blishment maar niet revolutionair, voorstander van de vrije markt maar met een sociaal engagement." En: "Volgens de laatste CIM-cijfers zijn de laatste twee jaar onze lezers steeds jonger, hoger opgeleid en -waarom het verzwijgen? - beter verdienend geworden. De krant van de nieuwe generatie is niet langer een ambitie, ze begint ook een realiteit te worden." Alleen de krant?

Top

Dat we het nog ver mogen brengen

Het is toch zeker niet omdat enkele mensen uit de Parti Socialiste die vorig jaar nog een vermogensbelasting eisten zelf, zij het ´onbehaaglijk´ een zwarte rekening in het Groothertogdom beheerden, dat wij ons gaan laten ontmoedigen? Of omdat de tweede in rang van de Bijzondere Balastinginspectie een zwart spaarpotje blijkt te hebben bij onze Noorderburen. Dan kent men ons van de Oproep de Zeshonderd niet. Verdubbelde ijver, zo noemt men de manier waarop wij reageren tegen zo´n mistoestanden. Of beter nog verdriedubbeld, want in de nabije toekomst kan u drie zaken van ons verwachten.

Ten eerste, het tweede nummer van Het Belang van Luxemburg, de enige krant zonder beleggingsadvies. Indien u een nummer in uw bus wilt, dient u, als u dat nog niet gedaan hebt, het wel te laten weten.

Ten tweede, onze brochure Naar ieders vermogen, die zodanig werd opgesteld en met indrukwekkende taart-, staaf, blok- en andere diagrammen werd verlucht, dat u na lezing ervan elke bezitter van een zwarte rekening waar ook ter wereld onmiddellijk kunt herkennen en u ook zijn rekeningnummer en saldo weet. Dat kan aardig van pas komen nu de zomervakantie weer voor de deur staat. Bestellen dus. Voor slechts 50 frank wordt u een éénpersoons BBI.

Tenslotte, doch niet in het minst, organiseren wij op zaterdag 24 mei een studiedag rond fiscaliteit en vermogensbelasting. Er worden drie referaten voorzien: één over de algemene fiscale problematiek in België, één over de Europese dimensie en één over vermogenskadaster en belasting op de grote vermogens. Er zullen ook enkele kortere mededelingen zijn over het probleem van de coördinatiecentra en over de KBLux-affaire. Die studiedag vindt plaats in het Achturenhuis van de ACOD, Fontainasplein (bekend van radio, teevee en fonoplaat) te Brussel. Indien u meer informatie wenst over het exacte programma, de praktische organisatie en de lage deelnemingsprijs, kunt u ons contacteren op onderstaand adres.

OPROEP VAN DE ZESHONDERD
TRANSVAALSTRAAT 8
2600 BERCHEM
TELEFOON: 03/232.80.91.

Top

Het Cordon Sanitaire in het oog houden

E.C.

De parlementaire onderzoekscommissies lieten Gerolf Annemans zien als een toegewijd en ernstig lid, blijkbaar in staat om met de andere partijen constructief samen te werken. Prompt werd hij een veelgevraagd expert in televisiedebatten en persinterviews. Men zag hem dagelijks, met een andere das en in maatpak, keuvelen met de andere parlementairen, een lid onder de leden.

Toen kamervoorzitter Langendries een werkgroep oprichtte om over een nieuwe politieke cultuur te praten, werd het Vlaams Blok niet uitgenodigd. Vlaams parlements-voorzitter De Batselier vormde echter een parlementaire commissie om de NPC in Vlaanderen voor te bereiden. Toen we dus Filip De Winter ´constructief zagen deelnemen aan de planning van onze nieuwe cultuur. zijn standpunt verdedigde over de cumul van de anderen, zonder dat ook maar iemand zich afvroeg of het 70-puntenprogramma tegen de migranten niet eerder de echte oude politieke cultuur vertegenwoordigde... toen werden we ongerust.

Charta 91 en Hand in Hand hebben op woensdag 29 januari de fractievoorzitters van de Vlaamse democratische partijen uitgenodigd voor een gesprek. De vijf fractieleiders zijn samen met een tweede parlementslid uit elke partij ingegaan op onze uitnodiging. Er bleek inderdaad begrip voor onze kritiek en men was het erover eens dat de oneigenlijke beeldvorming die ontstond in de media moest worden tegengegaan. Meteen werd op de vergadering ook een voorstel van Jos Geysels (Agalev) over een nieuwe resolutie tegen het racisme in bespreking genomen. Alle fracties wilden ter gelegenheid van het Europees jaar tegen Racisme, in plenaire zitting een nieuwe resolutie steunen, waarin ook de geamendeerde versie van het 70-puntenprogamma wordt veroordeeld. Eind maart zal die resolutie worden gestemd.

Toen SP-fractievoorzitter Bossuyt ook het cordon sanitaire - een principiële afwijzing van elke politieke afspraak met het Blok - wilde laten herbevestigen, kreeg hij daarvoor alleen de steun van Agalev. VU en CVP maakten ´tactische´ bezwaren. VLD-fractievoorzitter Denys verklaarde echter dat zijn fractie nu een andere mening huldigde: elk Blok-voorstel zou op zijn merites worden beoordeeld.

Zo zet de banalisering van extreemrechts zich verder. De media maken de vedetten voor de verkiezingen van ´99. De ´oplossingen´ van het Blok worden stilaan bespreekbaar. Wie zegt dat ze weldra ook geen partner worden in stemmingsafspraken en de vorming van meerderheden? En zo kunnen Annemans en De Winter hun achterban opnieuw de illusie geven van een mogelijke deelname aan de macht, van een realisatie van delen van hun programma...

Hoe meer er binnen de instellingen een ´flou artistique´ ontstaat, hoe meer de strijd tegen de autoritaire uitweg uit de crisis zal afhangen van de mobilisatie van de civiele maatschappij. De stellingen van het Vlaams Blok blijven onontvankelijk binnen een democratisch bestel en daarover mag geen enkele onduidelijkheid bestaan.

Dat kunnen we nogmaals onderstrepen op de fakkelwake van Hand in Hand op 21 maart in Breendonk, ter gelegenheid van de Internationale dag tegen Racisme van de UNO. Dat zullen we ook moeten tonen wanneer Filip Dewinter de bruine burgemeesters uit Zuidoost Frankrijk naar Antwerpen haalt.

Top

Geheugensteuntje

JEAN-LUC DEHAENE

"Men huldigt het principe dat de orde eerst moet hersteld worden, en dat men dan wel zal zien of er iets moet veranderen. Hierbij vergeet men dat de contestatie juist voortvloeit uit het feit dat er niets verandert en dat het zogenaamde establishment ook niet wenst dat er fundamenteel iets zou veranderen. Het is hoogstens bereid tot marginale concessies."

Jean-LucDEHAENE,
´Gids op Maatschappelijk Gebied´,
december 1968