Van de symptomen naar de grond van de zaak.

Eric Corijn

5 december 2002

Zelden zo'n politiek paniekvoetbal gezien. Onze leiders waren wel even de pedalen kwijt de voorbije dagen. Een moord en enkele kleine straatrellen waren voldoende om de regeringstop te destabiliseren. De schuldige angst de controle te verliezen over een aangekondigde opstoot beheerste de gemoederen. Overacting levert altijd slecht beleid op, maar het leert wel iets over de doorgaans verdrongen impulsen van onze bewindvoerders. Ze zijn daarenboven wel allemaal zo “macho” om nooit op een misstap terug te komen. Misstappen worden omgezet in nieuw beleid, vooral in verkiezingstijd. Dat heet: de toestand weer onder controle krijgen.

Een ruk naar rechts

Puur politiek gesproken betekenen de laatste dagen een nieuwe stap in de verrechtsing van de liberale “centrumpartij”. Telkens een maatschappelijk conflict op de politieke agenda verschijnt vermijden de liberalen een discussie over de sociale verhoudingen en hebben ze een repressief antwoord klaar, verpakt in een enigszins hautain staatsmansschap. De markteconomie heeft dan misschien wel nadelige sociale gevolgen die nooit worden “gecorrigeerd”, maar daartegen protesteren mag niet. De rechtsstaat moet dan instaan voor de openbare orde en de sociale rust. Het argument bevat telkens weer ook enkele populistische uitschuivers, alsof de verdediging van de bestaande orde de steun nodig heeft van de volkse hang naar zwarte schapen.

De VLD zit op die xenofobe glijbaan. Dat was zo toen Hugo Coveliers boos was op enkele inbrekers en sindsdien niet te stoppen is in zijn opbod met het Vlaams Blok. Toen Jeanine Leduc het moeilijk had haar verzet tegen het stemrecht voor vreemdelingen met argumenten uit de liberale politieke filosofie te ondersteunen en dus maar wat cafépraat tegen de Marokkanen loste. Dat is zo wanneer Marc Verwilgen zijn procureurs aan het werk zet. Wanneer Guy Verhofstadt een nakende arrestatie aankondigt met een rekwisitoor tegen bendes van de straatmaffia. En dat is ook zo wanneer onze stoere minister van binnenlandse zaken Duquenne dreigt met op maat gemaakte wetgeving.

De agressieve toon die dan wordt gesproken is echter volkomen normaal. Achter elke ultraliberale ideologie steekt een autoritaire staatsopvatting. De meest vrije markteconomieën gaan gepaard met Sterke Staten, die niet dienen om de markt “sociaal bij te sturen” maar wel om de openbare orde te handhaven. Liberalen steunen op een veiligheidsdiscours. Het beste voorbeeld van hoe een liberale economie samengaat met agressieve uithalen tegen steeds weer geconstrueerde vijandsbeelden is wel de oorlogsretoriek die Bush de gehele wereld wil opdringen. Over de interne problemen zwijgen en naar buiten toe des te harder roepen, het is de strategie der zwakke macho's, die overal, in het parlement of op straat, in kostuum of in uniform, wijdbeens verloren staan te zijn.

Onze normen en waarden?

Dat is de integratiedwang waarover het gaat. Men moet zich willen integreren in de consumptiecultuur en de geldeconomie. Om dat op een “geregelde” wijze te doen moet men zich ook beschikbaar stellen op de arbeidsmarkt. En daartoe moeten de juiste attitudes worden aangeleerd (taal, discipline, onderwerping, vaardigheden, flexibiliteit en vooral gematigde looneisen). Daarom zijn de verplichte taallessen voor “allochtonen” in feite alleen bedoeld voor sociaal achtergestelde Magrebijnen en niet voor de Japanners, de Amerikanen, de Duitsers of de franstaligen in de Brusselse rand. Die zijn immers economisch sterk genoeg om hun cultuur niet alleen in stand te houden, maar ook op te dringen aan hun omgeving (Of welke taal denken jullie dat er gesproken wordt in het management van internationale ondernemingen?) En economisch sterken hebben meteen ook politieke en culturele rechten in een markteconomie. Wat ze niet via de wet bekomen, organiseren ze via de commercie.

Zeg ik nu dat de meeste allochtone jongeren vies zijn van de consumptiecultuur? Integendeel. Maar ze worden er wel van uitgesloten. Toch uit de geregelde formele economie. Want laat ons nu toch eens ernstig blijven. Sinds het midden van de jaren zeventig hebben de politici het project van “werk voor iedereen” opgegeven. Dat wil zeggen dat ze aanvaarden dat een competitieve economie geen algemene tewerkstelling kent. Dat wil zeggen dat ze tegen arbeidstijdsverkorting of arbeidsherverdeling zijn. Dat ze economische groei met banenverlies aanvaardbaar vinden. Dat ze aanvaarden dat een steeds toegenomen werkdruk het middel is tot toegenomen productiviteit. Ook als dat aanleiding geeft tot een lagere activiteitsgraad. Kortom er is de laatste vijfentwintig jaar een structurele werkloosheid die noodzakelijk is om de neerwaartse druk op de lonen in stand te houden en dat is een voorwaarde in de wereldwijde concurrentiestrijd. Om het in de wereldhandel te halen, om je aandeelhouders te plezieren, moet je steeds meer doen met steeds minder mensen. Dat is de simpele regel van de globalisering: de arbeidsproductiviteit opdrijven. En dat geldt zowel voor de verhoudingen tussen rijk en arm in de wereld, als voor de sociale relaties in elk binnenland. De “nieuwe wereldorde” heeft sociale ongelijkheid nodig en die wordt steeds meer etnisch gelegitimeerd!

Dus diegenen die zeggen dat iedereen die de taal en een vak wil leren aan de bak komt liegt! In onze economie moeten er mensen aan de kant blijven staan, dat maakt deel uit van de spelregels. En dat heeft nog het bijkomende voordeel dat er een informele economie ontstaat die in onderaanneming kan werken voor de witte sector. Of dachten jullie dat de bouw of de dienstensector of het toerisme de wet volgend kan overleven? Of hebben jullie de studies over de informele economie in Kureghem of in Matonge niet gelezen. En die logica wordt nog sterker bij een recessie of in een jaar met een record aantal – zo om en bij de 7000 dit jaar! – faillissementen.

Dus: niet iedereen kan aan de bak komen. En zo makkelijk het ging om de “gastarbeiders” in perioden van hoogconjunctuur ons “vuil en gevaarlijk” werk te laten doen, zo moeilijk lijkt het dus vandaag om met de “vreemdelingen” om te gaan. En zijn de “cultuurverschillen” – geloof, arbeidsattitude, houding op straat...- al geen voldoende verklaring (en zelfs legitimering) voor het feit dat huiseigenaars aan vreemdelingen niet willen verhuren (tenzij de genereuze huisjesmelkers die woekerprijzen vragen voor krotten), dat ondernemers ze niet in de zichtbare en normaal betaalde jobs willen opnemen, dat de “moegetergde” politiemensen het over “bougnouls”, “tjoektjoeken” en “makakken” (mogen) hebben, ja dat zelfs onze cultuursector en ons onderwijs omzeggens geen vreemdelingen tewerk stellen? En komt het ons verder niet goed uit dat er in de zwarte sector altijd wel één of andere goedkope dienst kan worden gekocht? Of waar vinden de asielzoekers zonder geld aan het klein kasteeltje hun dagelijks klus, denkt U? En wie komt bij U thuis helpen?

Het is dat klimaat dat ook in beeld wordt gebracht in de ontspanningsprogramma's. De Mol, Big Brother, Eiland Robinson, Temptation Island, Fear Factor.... Ze steunen allemaal op een interne competitie waarbij hoe dan ook iemand moet afvallen. Ze legitimeren een samenleving van wantrouwige individualisten, van achterklap en complotten. In vele gevallen spelen dan ook perverse regels een rol, met collaborateurs, met verleiding... Kortom uitsluiting, bedrog en grensvervaging zitten in de regels van het spel. En de kritiekloze deelname van de BV's , van politici en journalisten aan die programma's verhoogt alleen maar de “normaliteit” van het uitsluitingsvertoog.

Dat er discriminatie en institutioneel racisme bestaat kan niemand tegenspreken. Daartegen is er de laatste tien jaren geen enkele – geen enkele! – maatregel genomen, laat staan dat de bestaande wetten zouden worden toegepast. (Zonder lid te zijn van het Vlaams Blok is de racismewetgeving op jou nauwelijks van toepassing).Er wordt hier een structurele toestand van onwettelijkheid in stand gehouden. Hoe zou men ook anders kunnen zonder tezelfdertijd ook nieuwe jobs te creëren of het bestaande werk te herverdelen of de eigen culturele patronen in vraag te stellen. Neen, het ligt niet aan “ons”, het ligt niet aan de economie, het ligt niet aan de verkeerde “attitude” van de ondernemers of de beleidsmensen. Neen, het ligt niet aan een gebrek aan openheid en gastvrijheid van onze cultuur. Daarvoor zijn de verkiezingsuitslagen of de opiniepolls toch sprekend genoeg: wij Vlamingen zijn zowat het meest kosmopolitische en vrijgevochten volkje van de wereld! Neen, het ligt aan “hun” verzet tegen inburgering, aan de weigering tot integratie, aan “hun” onwil “onze” taal en “onze” waarden over te nemen. We moeten eerst enkele nieuwe verplichtingen opleggen aan de uitgeslotenen. We moeten duidelijk maken dat het niet aan “ons”, maar alleen aan hen zelf ligt! En wie niet horen wil moet voelen, zo hebben we de laatste dagen unisono gehoord.

De linkerzijde remt af.

Of toch niet. We hoorden ook de piepende remmen van diegenen die dreigden uit de bocht te vliegen en nog niet verzopen in de adrenaline. Het terugkrabbelen van enkele journalisten en media die al te veel garen hadden gesponnen uit cowboyverhalen. Het voorzichtig bijsturen van de progressieve politieke partijen die eerst als maar stoerder hun liberale stuurman hadden nagesproken. Voor enkelen lijkt de grens van het eenheidsdenken nu bereikt. Remmen is goed. Nu nog op de goede weg geraken. Even stoppen en niet te snel nieuwe plannen (Renaat Landuyt) en pakten (Mieke Vogels) voorstellen. Zeker na het sluiten van Philips-Hasselt. Of na de publicatie van de armoedegegevens waaruit blijkt dat ruim een kwart van de bevolking in bestaansonzekerheid leeft.

Stoppen om de situatie op te nemen. Vast te stellen dat we in een duale samenleving leven. Vast te stellen dat de heilige wet van de concurrentie “de mensen tegen elkaar opzet” en “ een gevaar is voor onze samenleving”. Niet gewoon verder spelen in het stuk (intussen zoals alles een soap geworden) van de “actieve welvaartstaat”. Recht op werk, op een inkomen ,op huisvesting, op eigen cultuur... het zijn grondwettelijke rechten, waaraan op zich geen plichten zijn verbonden. Het is aan de overheid die rechten te garanderen, ook dat maakt deel uit van de heilige rechtsstaat! De grondwet naleven en doen naleven, ook tegen de privé-belangen in, dat is de eerste opdracht. Welnu er zijn te weinig betaalbare woningen in ons land, er is onvoldoende werk, het onderwijs is ongelijk verdeeld, de culturele sector bedient alleen de nieuwe middenklassen. De grondwet toepassen kan niet marktconform, dat is nu wel uitgebreid aangetoond! Pas als dat deel van het contract ondubbelzinnig is vervuld, pas als de sterken in deze samenleving de wet toepassen, pas als de dominante cultuur zich openstelt.... pas dan kan je beginnen nagaan waarom er dan nog mensen in krotten zouden wonen, waarom er nog werklozen zouden zijn, waarom er nog cultureel isolement zou bestaan. Ik maak me sterk dat het fenomeen zelf dan een stuk minder problematisch zal zijn, dat het zo marginaal zal zijn geworden dat het een zaak van de therapeutische sector is. Want denk je nu werkelijk dat 40% van de jongeren in Borgerhout werkweigeraars zijn? Dat ze de taal onvoldoende spreken? Of dat niet thuis zijn in onze consumptiecultuur? Kom zeg. Misschien is het nu wel eerder zaak verplichte inburgeringtrajecten uit te werken voor investeerders,aandeelhouders, beleggers en verhuurders of...wie weet, voor tennisvedetten die nationaliteit met fiscaliteit en buitenissig reclamegeld met een normaal loon verwarren.

Wat we de laatste dagen hebben gehoord en gezien is hoegenaamd geen falend beleid. Het is het beleid dat past bij dit maatschappelijk bestel. Misschien is het wel een falend bestel. Maar daarover nog willen discussiëren is nu toch wel erg uit de tijd en vooral....uit de media. Kritiek ontspant niet genoeg. We zullen het nog even moeten stellen met nieuw overleg en nieuwe intentieverklaringen. Wat de gebroeders Verhofstadt in hun ideologische kruistocht intussen wel moeten verklaren is de paradox van de heersende liberale globalisering van de dingen: ze gaat willens nillens gepaard met de segregatie van de mensen en met minder democratie. “Jihad versus MacWorld” zegt Benjamin Barber: “en de prijs wordt betaald door de democratie”. Dat zal blijken bij de volgende verkiezingen, binnen enkele weken.